Waarom we graag geloven dat we maar tien procent van ons brein gebruiken

door Lynn Berger

Vanaf vandaag (1 augustus 2014) draait Lucy in de bioscoop, de nieuwe film van Luc Besson. Scarlett Johansson speelt daarin een supermens die niet – zoals wij allemaal, aldus de mythe – slechts 10 procent van haar hersenen gebruikt, maar de volle 100 procent. Neurowetenschapper Nienke van Atteveldt legt uit waar de tienprocentsmythe vandaan komt en waarom die zo hardnekkig is.

Lucy verandert van een gewone vrouw, hoewel misschien iets aantrekkelijker dan gemiddeld, in een supermens. Ze leert in een uur Chinees, kan spontaan objecten bewegen met haar gedachten, en ontwikkelt nog veel meer bovenmenselijke talenten.

Ze kreeg namelijk een middel toegediend waardoor ze haar hersenen voor de volledige 100 procent kan gebruiken, in plaats van de karige 10 procent daarvoor. Het resultaat is verbluffend. En het is volledig fictie.

Want Lucy, gespeeld door Scarlett Johansson, is de hoofdpersoon van de gelijknamige Luc Besson-film die gisteren in Nederland in première is gegaan. De haakt aan op de hardnekkige mythe dat we slechts tien procent van ons brein, of van onze ‘hersencapaciteit’, zouden gebruiken. In 2011 baseerde de film Limitless zich ook al op deze, kennelijk nogal aansprekende, aanname. Hoog tijd om uit te leggen waarom dit tienprocentverhaal een mythe is.

Dit artikel staat op "De Correspondent". De Correspondent is een dagelijks, advertentievrij medium met als belangrijkste doelstelling om de wereld van meer context te voorzien. Door het nieuws in een breder perspectief of in een ander licht te plaatsen, willen wij het begrip 'actualiteit' herdefiniëren: niet om je aandacht te trekken, maar om je inzicht te bieden in hoe de wereld werkt.

Wil je het hele artikel lezen, klik dan op onderstaande link.

https://decorrespondent.nl/1535/Waarom-we-graag-geloven-dat-we-maar-tien-procent-van-ons-brein-gebruiken/51144665-5c64de0b